Verbind RIN en LIN met de 'line out'-pluggen van een cd-speler, cassette deck of wat dan ook maar als muziekbron ingezet gaat worden. Verbind ROUT en LOUT met de 'line in'-pluggen van een versterker. Bij een mono versterker verbinden we of ROUT of LOUT met de ingang. De muziekbron moet echter altijd stereo zijn.

Als we een mono muziekstuk laten spelen, zijn RIN en LIN gelijk, dus RIN - LIN = 0. We kunnen dit testen door tijdelijk R12 even los te maken. Als het goed is horen we nu geen geluid. Als we LIN (of RIN) loshalen, horen we wel geluid. Verbind LIN (en RIN) weer met de muziekbron.

Met R12 nog steeds los, laten we nu een nummer in stereo spelen. We moeten nu wel de muziek, maar niet de zang horen. Anders is ook de zang in stereo opgenomen; probeer eens aan ander nummer (bij voorkeur van een andere cd of cassette).

Als de zang verdwenen is, kunnen we R12 weer aansluiten. Als de zang nu weer te horen is, is waarschijnlijk het laagdoorlaat-filter niet goed gedimensioneerd. Experimenteer wat met R11 en C1. Als het op die manier niet lukt, kunnen we een tweede filter inzetten (tussen R11/C1 en de niet-inverterende ingang van U2.A), waardoor de verzwakking 40dB per decade wordt.